Klussce

Kracht, lenigheid, uithouding, Snelheid en agility, stabiliteit, coördinatie en evenwicht. Deze reeks van onderdelen vormen de eerste pijler van het blauwe traject.

5.1.1 Agility – spurtestafettes

Bv. estafettes waarbij de spelers een bal tegen de muur werpen en terug moeten opvangen vooraleer de volgende mag vertrekken.

5.1.2 Rompstabiliteit

Introduceer ook moeilijker oefeningen: zie: ‘Get Fit 2 Badminton’.

Oefeningen

  • Werk op kracht met elastieken en met eigen lichaamsgewicht.
  • Werk verder aan lenigheid van de schoudergordel en de heupen.

5.1.3 Snelheid

Zorg enerzijds voor voldoende actieve leertijd door de groepjes klein te houden. Anderzijds moet er bij spurtoefeningen voldoende recuperatie zijn.

Oefeningen

  • 4 op een rij: leg een vierkant rooster van 16 pads op spurtafstand. Groepjes van maximaal 5 à 6 kinderen spurten één voor één met een potje en proberen 4 op een rij te maken. Speler 5 en 6 en vervolgens terug de anderen mogen de eigen potjes nu verleggen tot er 4 op een rij gevormd is. 2 teams tegen elkaar.

Grepen

Dit onderdeel vormt de tweede pijler van het blauwe traject en geeft een aanzet tot mogelijkheden op de manier van grijpen van een racket.

5.2.1 BH-greep drive/ FH greep drive

Maak duidelijk het verschil tussen de korte greep voor netspel en de greep meer in het midden op het handvat voor slagen uit het midden- en achterveld. De greep bij de drive evolueert van palmgreep dicht bij het net naar basis FH-greep in het midden van het veld en het achterveld voor de FH. De backhandgreep blijft behouden aan backhandzijde. Dichter bij het net gaan we lossen en knijpen, in het midden van het veld werken we met rotatie.


Oefeningen

  • Leer droog de versnelling van de ruitenwisser ook opzij te gebruiken met de juiste grepen in BH en FH.

5.2.2 Tussengreep Backhand-drop

                 

Zorg dat bij het raakpunt het racketblad evenwijdig met het net staat (voor een drop rechtdoor), dan heb je de correcte greep. Dit is een greep tussen de basis FH-greep en de duimgreep. Bij sommige spelers lukt het beter met de BH-greep.


Oefeningen

  • Geef shuttles aan van aan dezelfde kant van het veld om de speler de tussengreep te laten aanvoelen.
  • Lob – BH-drop rechtdoor multifeed.
  • Progressie: rally: korte BH-service – lob naar de BH – BH-drop.

Houdingen

Dit onderdeel vormt de derde pijler van het blauwe traject en geeft een aanzet tot mogelijke houdingen van een speler.

5.3.1 Lang de dakhouding aanhouden in functie van schijn (long-hold)

Door lang in dakhouding te blijven zal je een verkorte slagbeweging verkrijgen waardoor het mogelijk wordt om meer schijn te gebruiken.Lang dakhouding aanhouden in functie van schijn.

 Oefeningen

  • Verplicht de speler de dakhouding zo lang mogelijk te houden alvorens zijn slag aan te vatten. Eerst droog.
  • Demonstreer zelf naast de speler en voer samen gelijktijdig uit.

5.3.2 Dubbelspel/mix service-opstelling en return

Leg de principes uit van de servicehoudingen in dubbelspel in functie van een aanvallende opstelling na de eigen korte opslag. Ook de mix-opstelling kan aan bod komen.


Oefeningen

  • Per 2: na een korte BH-service de aanvallende posities laten innemen.
  • Koppel er de 3 belangrijkste terugslagen aan vast voor dubbelspel:
    • Netdrop terug,
    • Push naar het middenveld of
    • Strak naar de BH van de achterspeler.
  • Oefen op deze 3 mogelijkheden in situaties per 3. Laat uitspelen na een correcte openingsslag. (Film)

Het is belangrijk om de spelers inzicht te geven dat dubbelspel een gevecht voor de aanval is. Daardoor zijn slagen als lob en clear minder gewenst omdat de tegenstrever onmiddellijk in de aanval komt. Zeker na een opslag moet dit vermeden worden!

Slagtechniek

Dit onderdeel vormt de vierde pijler van het blauwe traject en geeft een aanzet tot mogelijkheden op de manier van slaan met een racket.

5.4.1 Wedstrijdclear: verkorte slagbeweging – aanvallende clear

Laat geleidelijk de slagbeweging verkorten en oefen dit door keuzeslagen: clear, drop of smash. Nadruk op een korte lus (1 en 2) en een verkorte uitzwaai (3). (foto en film)
Bij een aanvallende clear zorgen we ervoor dat de shuttle niet onderschept kan worden: de hoogte van de slag wordt aangepast aan het bereik van de tegenstrever.


Oefeningen

  • Laat met een verkorte slagbeweging clear naar elkaar spelen.
  • Laat kiezen tussen clear en drop, probeer de tegenstander op het verkeerde been te zetten.
  • Oefen op aanvallende clears door scheidingswanden te plaatsen halverwege het veld. Speel rakelings over de schermen.

5.4.2 Smash

Nadruk op de lichaamsinzet en de extra versnelling van het racket.
Raakpunt duidelijk voor het lichaam. We werken verder aan de neerwaartse vlucht maar leggen nu meer de nadruk op de richtingscontrole.


Oefeningen

  • Individueel: tennisopslag oefenen door zelf op te gooien.
  • Een aantal maal omhoog spelen naar jezelf en als je goed in positie staat smash naar de overkant. De andere speler probeert nog te redden en doet hetzelfde.
  • Laat meppen naar een foto (van de trainer) op het net aangebracht.
  • Laat smashen naar doelen, bvb. opeengestapelde lege kokers of kokers naast elkaar op een bank.
  • Smash-block-netdrop-lob-smash….
  • Smash met sprong footwork
  • Keuze drop of smash naargelang de diepte van de aangegeven shuttle. De speler beslist en krijgt feedback van de aangever.
  • Laat kiezen tussen clear en smash. Breng inzicht dat een smash niet meer efficiënt is van achter de tramlijnen. Waarom? Afstand – snelheid – hoek-problematiek bespreken met de spelers.
  • Inzicht brengen: we laten toch een smash spelen vanuit het achterveld. We spelen een zo kort mogelijke verdediging terug. Kan wie de smash speelt nog snel genoeg terugkeren om de shuttle te onderscheppen?
  • Progressie: smash met verkorte slagbeweging.
  • Progressie: smash met verkorte slagbeweging en Chinese jump.

5.4.3 Drive

Drive is een veelgebruikte slag in dubbelspel. Laat frequent sparren: drive rechtdoor: één speler in backhand, de andere in forehand.
We leren steeds meer versnellen, vaardige spelers kunnen gaan roteren in (1) en (2).

Oefeningen
    • Drive oefening: eerst rechtdoor langs de lijn, iemand kiest cross en we spelen verder aan de andere zijde van het veld.
    • Boxgame: je kan scoren door de shuttle op de grond te spelen achter de servicelijn en voor de eerste tramlijn.
    • 1 tegen 2: drive langs de lijn. De spelers die samen zijn roteren rond elkaar na 2 of 1 drive (progressie). Roteren rond elkaar gebeurt in wijzerzin bij drives langs de BH-zijde en in tegenwijzerzin langs de FH-zijde voor de spelers die samen zijn.

5.4.4 Backhand drop

De BH-drop is een efficiënte neutralisatieslag als je in moeilijkheden zit op de backhand. We gebruiken dit in situaties waar een round-the-head slag niet meer mogelijk is (shuttle te laag of te ver achter ons aan de BH-zijde). Maak duidelijk dat round-the-head slagen steeds de voorkeur genieten.
De slag start met ‘uit de schede trekken van een zwaard’ – beweging, gevolgd door een ‘pull’-beweging. De shuttle heeft een neerwaartse vlucht.


Oefeningen

  • Lob gevolgd door een BH-drop, langste reeks slagvastheid.
  • Zorg voor een slagenreeks waar de speler verplicht wordt om de shuttle in backhand te nemen.
  • Laat drives spelen langs 1 zijde van het veld. Een speler heeft de opdracht een cross-lob te spelen naar de backhand van de tegensstrever. (film)

5.4.5 Flickservice

Zorg dat er meer ruimte is voor een tegenbeweging (2) van het racket door het racket-been wat meer naar voor te zetten. Sterke nadruk op lossen en knijpen. Speel net over de koepel of verrassend door de koepel van de tegenstrever. (Film)

Deze houding met racketbeen verder vooruit ook aannemen voor een korte BH-service in functie van schijn.

Oefeningen

  • Multifeed oefenen naar een hoepel over een scheidingswand of over de tegenstrever die zijn racket in de lucht steekt.
  • De tegenstrever staat (te) dicht bij de serveerlijn, jij speelt over zijn koepel. Probeer de rally toch nog verder uit te spelen.
  • Probeer de tegenstrever op het verkeerde been te zetten door je opslag te variëren. Koppel hieraan de terugslag op een flick-service: drop/smash rechtdoor.

5.4.6 Hoge smashverdediging

Uit de correcte afwachtingshouding met de BH-greep zijn we nu in staat om ook de shuttle hoog en ver terug te spelen op een smash. Dit bekomen we door een combinatie van te lossen en te knijpen en een stukje rotatie.

Oefeningen

  • Herhaal de oefeningen van de korte verdediging.
  • Varieer na een smash tussen korte en verre verdediging.
  • Op een half veld: verre opslag – drop – lob (te kort) – smash – hoge verdediging – drop – netdrop – lob – drop – lob (te kort) – smash – hoge verdediging speler 2.
  • Op een volledig veld: Initieer nu ook de hoge cross-verdediging.

Voetenwerk

Dit onderdeel vormt de vijfde pijler van het blauwe traject en geeft een aanzet tot voetenwerk.

5.5.1 Round-the-head

Nu nog meer nadruk op een snelle 180° rotatie van het lichaam na de splitstep door een actieve duwbeweging van het racketbeen en racket hooghouden tijdens de beweging om eventueel sneller tussen te kunnen komen.
Het hinken zorgt voor een snellere verplaatsing naar achter dan een schuifpas.


Oefeningen

  • Oefen frequent droog op dit footwork.
  • Laat afwisselen tussen het BH en ATH footwork: geef auditieve signalen.

5.5.2 Backhand hoek achterveld: BH footwork

Na de identieke split-step als bij het round-the-head footwork merken we dat we de shuttle niet meer in FH kunnen onderscheppen. We stappen over en vallen uit met ons racketbeen naar achteren. Na de slag duwt het racketbeen af om terug te keren naar de basis. Niet doordraaien: steeds het gezicht naar de tegenstrever houden! (film)


Oefeningen

  • Oefen frequent droog op dit footwork.
  • Laat afwisselen tussen het BH- en ATH footwork: geef visuele signalen.

5.5.3 Flitsende combinaties van de 4 hoeken en de 2 zijkanten van een volledig terrein. Integratie van ‘Chinese Jump’

Footwork moet elke training aandacht krijgen door een kort moment droog te oefenen. De doelstellingen kunnen zijn: aandacht voor correcte uitvoering, op snelheid, op snelheidsuithouding, op kracht (met sprongen). Zorg dat deze oefeningen functioneel zijn en dat de spelers ook hun slag verzorgen alsof ze op een shuttle slaan!

Oefeningen

  • Zorg voor voldoende afwisseling bij droge footwork-oefeningen:
    • Met visuele of auditieve signalen,
    • Een afgesproken tijdsduur,
    • Per 2 elkaar nadoen, elkaar afwisselen, …
  • Laat een combinatie van footwork uitvoeren op het einde van de training, laat de andere spelers de fouten opnoemen, geef eventueel een score.

5.5.4 Chinese Jump

In de forehand hoek gebruiken we nu de ‘Chinees Jump’ als footwork, liever dan een wisselsprong. We geraken na de landing sneller met een schuifpas in onze basis.


Oefeningen

  • Droog uitvoeren: splitstep – voeten richten – schuifpas en afstoten met niet-racketbeen – landen op beide benen zonder de heup in te draaien – schuifpas terug naar de mobiele basis.
  • Drives langs de backhandzijde – verrassende cross lob – sticksmash rechtdoor met Chinese Jump.

5.5.5 Kruispassen: voorkruisen of achterkruisen

Bij grote verplaatsingen voelt het comfortabeler aan om de voeten te kruisen in plaats van een reeks schuifpassen uit te voeren. Dit kunnen we als alternatief footwork tijdens de opwarmingsoefeningen van onze training integreren (film).

Tactiek

Dit onderdeel vormt de laatste pijler van het blauwe traject en geeft een aanzet tot tactieken.

5.6.1 G: Grond: Ik speel zoveel mogelijk neerwaarts: kill, drop, smash

5.6.2 H: Ik probeer met schijn te spelen door mijn tegenstrever in de gaten te houden

Anticiperen en met schijn spelen is een belangrijk kenmerk van een slimme badmintonserpel!


Oefeningen

  • H: oefeningen waar de tegenstrever een extreme positie gaat innemen waardoor ik verplicht ben een bepaalde slag te kiezen (weg van de tegenstrever). (film)
  • De tegenstrever staat ofwel te dichtbij of te ver van de serveerlijn. Ik pas mijn opslag aan: korte BH-service of een flick-opslag.
  • Halfopen of open rallies. De speller krijgt de keuze en moet verantwoorde tactische beslissingen nemen in shotselectie.
  • Korte FH-service als verrassing bij enkelspel en als de tegenstrever te ver naar achter klaar staat.

5.6.3 Verantwoorde shotselectie

Verhoog het bewustzijn van je spelers voor correcte tactische keuzes in shotselectie.


Oefeningen

  • Standaardrally: verre opslag – clear – keuzeslag clear of drop – uitspelen. Op signaal van de trainer ‘bevries’ valt alles stil.
    De spelers gaan hun laatste rally bespreken wat beter kon. Indien er foute keuzes werden gemaakt (vb. drop – lob of clear – clear – clear) wordt de verbeterde rally opnieuw gespeeld. Indien geen foute keuzes worden de laatste 4 slagen opnieuw gespeeld.

Reflectieve skills:
Er wordt aangenomen dat als we de spelers ‘probleemoplossend’ laten werken het leerproces sneller en efficiënter evolueert. We kunnen dit stimuleren door:

Oefeningen

  • Veranderingen in een rally aan te brengen waarop nieuwe oplossingen moeten gezocht worden.
  • Verrassingen in te bouwen en hierop inspelen.
  • Keuzeslagen te introduceren.
  • Discussiepauzes in te lassen tussen rally’s of na de wedstrijd.
  • Open vragen te stellen (geen ja of nee mogelijk).
  • Na de reflectie te controleren of het nu wel lukt of niet en waarom.
  • Geen pure instructie te geven maar de spelers te laten nadenken wat er moet gebeuren.
  • Focus leggen op de belangrijkste zaken.

5.6.4 Oefeningen voor dubbelspel

Oefeningen

  • 1 aangever als verdediger – 2 aanvallers:
    de aangever speelt lob (als opslag) uit het voorveld. De 2 aanvallers blijven in de aanval. De aangever varieert de lob met een push voorbij de voorspeler of een netdrop opzij.
  • Eerste rotatie: zoals in de vorige oefening maar de voorspeler kan nu een lob spelen, waardoor de 2 spelers naast elkaar komen te staan in verdediging. Probeer het principe: ‘de voorspeler loopt weg van de shuttle’ toe te passen zodat de vluchtweg van een terugkerende shuttle langer wordt.
  • 2 tegen 2: de rally start met een lob van aan het net als openingsslag. Dit team gaat verdedigen. Het andere team moet een drop of smash spelen. Rally uitspelen. Na 5 rally’s wisselen van taak (film)
  • 4 spelers spelen dubbelwedstrijd met nadruk of flick service. Antwoord op flick moet neerwaarts. Op het veldje ernaast oefenen 2 spelers hun flick service. Wisselen na 5 rally’s.
  • Teamwork: maak 2 of meer groepen. Verzin een aantal opdrachten naargelang het aantal spelers per ploeg. Laat in elke ploeg een speler een taak kiezen waar hij sterk in is. Hij moet uitkomen tegen een speler van de andere ploeg om deze opdracht uit te voeren. Geef punten per gewonnen opdracht:
    • Boxgame
    • Shuttle hooghouden
    • Dubbel wedstrijd, steeds dezelfde serveerder (taak 1) en ontvanger (taak 2) want deze opdracht heb je gekozen!
    • 3/3
    • Half terrein: enkel voor- of achterveld
    • Coachen kan ook een taak zijn. (Film)